Want weet jij waarom je doet zoals je doet? Waarom je steeds weer geneigd bent om je af te sluiten bij conflicten? Of waarom je zo ontzettend boos kunt worden als je niet serieus genomen wordt? Of waarom je niet goed voor jezelf zorgt en steeds maar over je grenzen gaat? Of waarom het je maar steeds niet lukt om een geschikte partner te vinden? En als je die dan gevonden hebt, die weer kwijtraakt en je diep gekwetst achterblijft?
Zelfkennis en zelfinzicht helpen je om je eigen gedrag, je eigen reacties, je levenshouding in het hier en nu te leren begrijpen. Een mooie manier hiervoor is om je levensverhaal onder de loep te nemen met bijvoorbeeld een genogram of een levenslijn. Wanneer je dit met iemand samen doet die jou de juiste vragen kan stellen, kom je ontzettend veel te weten over jezelf en – wat erg interessant is – over het ontstaan van je gedrag in het hier en nu.
Als pasgeborene, ben je totaal afhankelijk van je ouders die voor je zorgen. Zij reageren meteen als jij huilt omdat je honger hebt, een volle luier hebt of je niet fijn voelt bijvoorbeeld. Je moeder of je vader pakt je dan op, weet wat je nodig hebt en zorgt daarvoor, stelt je weer gerust en kalmeert je emoties. Zij zorgen voor een veilige omgeving waarin jij lekker kunt groeien en je kunt ontwikkelen. Je hebt nog niet echt besef van ‘IK’ en jij en je moeder beleef je als 1 geheel.
Op de peuterleeftijd geven je ouders jou de ruimte om stapje voor stapje de wereld te gaat verkennen. Je leert dat jouw ‘IK’ los bestaat van je ouders. Steeds ga je weer een beetje verder van je ouders vandaan, wetende dat zij er altijd zijn en dat je meteen naar hen terug kunt keren als het spannend wordt, of als je je geluk wilt delen. Je ouders moedigen je aan, geven je grenzen aan, zorgen ervoor dat het veilig voor je blijft en geven je de ruimte om te ontdekken. Ze zijn trots op je en houden van je. Dit krijg je dan ook vaak te horen. En je voelt het ook dat jij er mag zijn. Je voelt je geborgen.
Zelfs als je een keer iets ondeugends doet, voel je dat zij van je blijven houden en voor je blijven zorgen. Zelfs als je het woordje Nee ontdekt en dat veelvuldig gebruikt, tegen de wens van je ouders in. De ontwikkeling van je ‘IK’ is in volle gang. Op kleuterleeftijd leer je dat het helemaal ok is als je vader en moeder er even niet zijn en dat je heerlijk kunt spelen met andere kinderen. De ontwikkeling van je ‘IK’ gaat verder en jouw ‘IK’ laat zich steeds meer zien. Je ontdekt wat je leuk vindt, wat je niet leuk vindt, wat je moeilijk vindt, wat spannend is enz… Je zelfvertrouwen ontwikkelt zich, je identiteit komt op de kaart te staan.
Maar wat kan er met je ontwikkeling gebeuren wanneer je geen liefhebbende ouders in de buurt hebt, omdat bijvoorbeeld één van je ouders overleden is en de overgebleven ouder zo verdrietig is dat ze niet meer goed voor jou kan zorgen? Of wat kan er gebeuren als je moeder depressief is en niet naar je omkijkt? Of wanneer er veel geweld in een gezin is? En er geen sprake is van veiligheid, warmte en geborgenheid?
Een kleine baby, een klein kind resoneert bijvoorbeeld op de moeder en dus ook op haar ‘onbereikbaarheid’. Het is heel stresserend en beangstigend voor een baby wanneer er niet gereageerd wordt op signalen, op de uitreiking. Er zijn nog geen woorden beschikbaar voor de baby, maar de angstige ervaring zelf, de stress, wordt opgeslagen in het lichaam, zeker als de situatie niet verandert en de stress blijft aanhouden.
Als peuter, als jong kind ervaar je en voel je dat er voor jou geen plek is en moet je je eigen behoeften en wensen opgeven. Je laat niet langer zien hoe verdrietig jij bent of ongerust, want je ouder(s) hebben het al zo moeilijk. Dat doe je allemaal uit liefde voor je ouders. Je hebt nog het magische idee, dat jij je ouders weer gelukkig kunt maken. Je gaat meebewegen met je moeder, met je vader en past je aan. Of je wordt het zonnetje in huis omdat je de zwaarte weg wilt halen bij je moeder. Of je gaat zorgen voor je moeder in plaats van dat ze voor jou zorgt. Je hebt het idee dat jij dit kunt dragen. En wanneer het je niet lukt, wijt je dat ook nog aan jezelf. “Ik ben niet lief genoeg geweest” of “ik kan het niet goed doen”.
Bovengenoemde processen gebeuren op onbewust niveau.
Wanneer jij van jongs af aan geleerd hebt om je eigen wensen en behoeften op te geven en alleen nog mee te bewegen met je ouders en je aan te passen aan hen, kun je je voorstellen dat het heel erg moeilijk is voor jou als volwassene om je grenzen aan te geven en goed voor jezelf te zorgen. Wanneer jij altijd het zonnetje in huis bent geweest is het erg lastig om in contact te komen met al die lastige emoties, waarmee jij als kind niet hebt leren omgaan. Wegstoppen is je gewoonte en als volwassene kun je dit dan nog steeds doen. Eigenlijk zonder er bij stil te staan. Het zijn overlevingsstrategieën, diepgewortelde patronen, die ervoor zorgen dat je niet kopje onder gegaan bent als jong mens. Op volwassen leeftijd kunnen die strategieën je ook nog een tijdje van dienst zijn, totdat er misschien een moment komt waarop ze je niet meer van dienst zijn, maar je juist belemmeren in je functioneren.
In mijn werk ga ik – samen met de cliënt – op onderzoek uit. Wat maakt dat je nu met een burn-out thuis zit? Waar komt je depressie vandaan? Waarom kom je niet verder in je rouwproces? Zoveel mensen, zoveel levensverhalen. Het is me telkens weer een eer om een stukje te mogen meelopen in het levensverhaal van mensen en hen verder te helpen met zelfkennis en mooie inzichten.
Ook benieuwd hoe jouw levensverhaal bijvoorbeeld de invulling van je leven, je keuzes en je gedrag beïnvloedt?
Kom gerust naar me toe voor een vrijblijvend gesprek. het kost je niets, maar levert je misschien wel al wat op.